Voorberigt.
Zie daar, geachte Lezer! het slot van mijn Nederduitsch taalkundig woordenboek, hetwelk ik met denzelfden lust ten einde bragt, waarmede ik het, voor dertien jaren heb aangevangen. Met verlangen hebben velen het einde van dit werk te gemoet gezien, terwijl sommigen zich hetzelve nog niet aanschaften, vreezende, dat het, uit hoofde zijner uitgestrektheid, misschien een onvoltooid werk zoude blijven. Deze vrees is, bij de uitgave van dit laatste deel, verdwenen; en elk voorstander van zijne schoone, en boven vele andere talen, in menigerlei opzigt, verheven moedertaal is nu in de gelegenheid gesteld, om zich van dit woordenboek te voorzien, hetwelk met vrij al-