Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland–
[pagina 468]
| |
ver ben ik voortgescharreld. Van eene plaats wegscharrelen: zij is wederom voortgescharreld. Met hebben, bij voortduring en met spoed scharrelen. |
|
[pagina 468]
| |
ver ben ik voortgescharreld. Van eene plaats wegscharrelen: zij is wederom voortgescharreld. Met hebben, bij voortduring en met spoed scharrelen. |
|