Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 408]
| |
ning aan hare meesteres Bijzonderlijk, tevredenstelling van iemand, wien men beleedigd heeft: hij wil mij geene genoegzame voldoening geven. Bij de Godgeleerden, genoegdoening aan de Goddelijke geregtigheid, of betaling van der menschen schuld: er wordt nog steeds over de voldoening geschreven. Voldoening aan zich zelven, of zelfsvoldoening, is tevredenheid over zijn gedrag. Zamenstell. schuldvoldoening. enz. |
|