[Vogelnest]
VOGELNEST, z.n., o., van het vogelnest, meerv. vogelnesten. Verkleinw. vogelnestje. Van vogel en nest. Het nest van eenen vogel: een vogelnest storen. Wanneer voor u aengesicht een vogelnest op den wege voorkomt, in eenigen boom. Bijbelv. Het is met Indische vogelnestjes gekruid. Ook geeft men dezen naam aan meer dan een plantgewas.