[Vloekverwant]
VLOEKVERWANT, z.n., m., des vloekverwants, of van den vloekverwant; meerv. vloekverwanten. Van vloek en verwant. Anders vloekgenoot, deelgenoot van eenen vloek, waarmede men zamengezworen heeft: een zijner vloekverwanten geraakte in hechtenis. Van hier vloekverwantschap, anders vloekgespan, een genootschap van lieden, die met eenen vloek zamengezworen hebben.