[Vervolging]
VERVOLGING, z.n., vr., der, of van de vervolging; meerv. vervolgingen. Van vervolgen. De daad van vervolgen, in de verschillende beteekenissen van dit woord: bij de vervolging van eenen haas. Wij lijden vervolginge op onse halsen, wij zijn moede. Bijbelv. Men telt tien vervolgingen onder de Heidensche Keizeren. Halma. Door vervolging van dat werk. Men port mij tot vervolging van mijn regt, en voortzetting van het pleidooi. Zamenstell.: vervolgingsgeest, enz. Kerkvervolging, enz.