Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 244]
| |
versloofd. Van het onscheidb. voorz. ver en slooven. Bij Kil. bedekken, gelijk als sloof bij hem deksel is. Voorts is zich verslooven zich door gesloof benadeelen: gij verslooft u zelve. |
|