[Verkondiging]
VERKONDIGING, z.n., vr., der, of van de verkondiging; meerv. verkondigingen. Van verkondigen. De daad van verkondigen: de verkondiging van goed nieuws. Oulings ook verkonding, van verkonden: dit is de verkondinge, die gij van den beginne gehoort hebt. Bijbelv.