Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Vergetelijk] VERGETELIJK, bijv. n., vergetelijker, vergetelijkst. Van vergeten. Zie lijk. Tot vergeten geneigd, vergeetachtig: hoe kunt gij zoo vergetelijk zijn. Zamenstelling onvergetelijk, dat niet vergeten worden kan. Van hier vergetelijkheid. Vorige Volgende