Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 137]
| |
Met eten en drinken doorbrengen: hij heeft al, wat hij had, vereten, of verspeeld. Verslinden, in eenen oneigenlijken zin: indien ghij malcanderen bijt ende vereet. Bijbelv. |
|