Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V
(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 83]
| |
feltskaer, bij Kil. veldscherer, hedendaags ook verkort veldscheer. Een barbier, die de soldaten in het veld scheert, en, even als andere barbiers, tevens als wondheeler wordt gebruikt: wij hebben bij ons regement slechts eenen veldscheerder. |
|