[Veldkrekel]
VELDKREKEL, z.n., m., des veldkrekels, of van den veldkrekel; meerv. veldkrekels. Van veld en krekel. Een bijzonder slag van krekels, dat men onder dezen naam van bosch-, huis-, oever- en wijngaardkrekels, onderscheidt: het gezang van kikvorschen en veldkrekels.