heen loopen. Veel geschrei, weinig wol, weinig voordeel van groote beweging. Vele varkens maken dunne spoeling, als iets onder velen verdeeld moet worden, is ieders aandeel niet groot. Er gaan vele makke schapen in een hok, er kunnen vele zachtzinnige en inschikkelijke lieden bij elkanderen geplaatst worden. Overigens komt van veel, veelheid, veelte, velerhande, velerlei. Zamenstell.: veelal, veelbemind, veelbloemig, veelborstelig, veeldeelig, veeleer, veelgatig, veelgodendom, veelgoderij, veelgodist, veelharig, veelhoek, veelhoekig, veelhoofdig, veeljarig, veelkleurig, veelligt, veelmaals, veelmalen, veelmalig, veelmannerij, veelmeer, veelmin, veelmondig, veelnamig, veelpootig, veelslachtig, veelsoortig, veeltakkig, veeltijds, veelverwig, veelvoet, veelvoetig, veelvoudig, veelvraat, veelweter, hoogd. vielwisser, lat. polyhistor, gr. πολυιςωζ - veelwijverij, veelwoordig, veelzijdig, veelzijds, veelzins, enz. Evenveel, hoeveel,
zooveel, enz.
Veel, neders. ook veel, hoogd. viel, Kero. fil, filu, Ulphil. filu, sclavon. welij, angels. feal, fola, zweed. fjol, vries. volle, gr. πολυς, is van eenen onzekeren oorsprong.