Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Valkerij] VALKERIJ, z.n., vr., der, of van de valkerij; meerv. valkerijen. De valkenierskunst, of vogelvangst met valken, en de daartoe noodige stoet van valken en valkeniers: hij is een liefhebber van de valkerij. Hoogd. falknereij. Van valk. Vorige Volgende