[Twistvuur]
TWISTVUUR, z.n., o., des twistvuurs; of van het twistvuur; meerv. twistvuren. Van twist en vuur. Evenveel als twist, waarvan men bij deze uitdrukking, even als bij die van twist stoken, enz., in zijne verbeelding een vuur vormt: het twistvuur is aan 't blaken.