Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Twente] TWENTE, z.n., o., van het Twente; zonder meerv. Een Overijsselsch gewest: het uitgebreide Twente. Intusschen schreef Hooft: in de Twente. Van hier Twentenaar, Twentsch. Vorige Volgende