[Treurspel]
TREURSPEL, z.n., o., des treurspels, of van het treurspel; meerv. treurspelen. Van treuren en spel. Een tooneelspel, welks treurige inhoud bestemd is, om gewaarwordingen van schrik en mededogen te verwekken: de aanschouwing van een treurspel behaagt vaak meer, dan die van een blijspel. Overdragtelijk, een treurig geval: het blijeindend treurspel van dat beleg. Van hier treurspeldichter, de vervaardiger van een treurspel in dichtmaat, wien men met geenen treurdichter, die slechts een treurdicht opstelt, verwarren moet, treurspelschrijver, enz.