Nederduitsch taalkundig woordenboek. T-U. V(1810)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Toerekenen] TOEREKENEN, bedr. w., gelijkvl. Ik rekende toe, heb toegerekend. Van toe en rekenen. Te laste leggen, wijten: dat zal u toegerekend worden. Dien de Heere de ongerechtigheyt niet toe en rekent. Bijbelv. Van hier toerekening. Vorige Volgende