[Toepersen]
TOEPERSEN, bedr. en onz. w., gelijkvl. Ik perste toe, heb toegeperst. Van toe en persen onz. aanhouden, met persen: pers maar toe! sterk doorpersen: waarom perst gij niet wat stijver toe? Bedr. Al persende sluiten: mijn das perst mij de keel toe.