[Tegengraven]
TEGENGRAVEN, bedr. w., ongelijkvl. Ik groef tegen, heb tegengegraven. Van tegen en graven. Te gemoet graven, van mijnwerkers gesproken, die den arbeid van andere mijnwerkers door hun gegraaf pogen te verijdelen. In het fr. contreminer. Bij Kil. teghenmijnen, teghengraven. Van hier tegengraving, fr. contremine.