godsdienst: het licht der hemelsche leere. Vollenh. Een bijzonder stelsel: de leer der doopsgezinden - der hervormden. In het gemeene leven, gebruikt men het ook voor den toestand eens onderwezenen: hij is nog bij hem in de leer, hij is nog maar leerjongen. Van hier leerlijk, verouderd woord, bij Van Mander en Rodenb. voorkomende. Zamenst: leerbegeerte, leerbegrip, leerdicht, leergast, leergeld, leergezel, leergierig, leergierigheid, leergieriglijk, leerjaren, leerjongen, leerkind, leerknaap, leerknecht, leermeester, leermeesteres, leermeesterschap, leermeisje, leeroefening, leerrede, leerschool, leerspreuk, leerstuk, leertijd, leerzaam, die wel leert, iets, dat eene goede leering behelst, leerzaamheid, leerzucht, bij Vollenh., leerzuchtig.
Leer, eng. lore, neders. leer, angels. laera, Otfrid. en Ker. leru, hoogd. lehre.