[Kever]
KEVER, z.n., m., des kevers, of van den kever; meerv. kevers, keveren. Eene algemeene benaming van gekorven, gevleugeld ongedierte, met harde dekschilden; in het bijzonder, de spaansche vlieg. Als er honingdauw, sprinkhanen, keveren wesen sullen. Bijbelv. Dewijl dit ongedierte, om de schade, welke het, door zijne afkna-