[Kazemat]
KAZEMAT, z.n., vr., der, of van de kazemat; meerv. kazematten. In den vestingbouw, een verwelfde kelder onder den wal, waarin schietgaten zijn. Ook gebruikt men het voor een hutje. Uit het ital. casematta, van casa, een huis, en matto, blind, bedekt, of het sp. mata, laag, diep.