Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 377]
| |
len: eens in het jaar komen de schepen in. Ingebragt worden: die waren mogen niet inkomen. Van hier het deelw. inkomende: inkomende en uitgaande schepen - inkomende en uitgaande goederen, regten, enz. Inkomen als een zelfst. naamw. van het onz. geslacht, voor rent, baat, inkomst: hij had, van die landerijen, een inkomen van tien duizend guldens. |
|