Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 277]
| |
voorz. her en krijgen: ik herkreeg, heb herkregen. Wederom krijgen. Iemands gunst herkrijgen. Van hier herkrijging. |
|
[pagina 277]
| |
voorz. her en krijgen: ik herkreeg, heb herkregen. Wederom krijgen. Iemands gunst herkrijgen. Van hier herkrijging. |
|