dompter lucht langs gras en heester, verlochenen? M.L. Tijdw. Zoo hengelt een vaartuig, als het, leunende op den wind, heen en weder zeilt. Hengelende om de gaaten, daar de zuiderzee uitloopt. Hooft. Naar iets hengelen, trachten. Om iemands deur hengelen, om iemands deur zwieren, als of men er aan vast ware; zoo hengelt de mug om de vlam. Van hier hengelaar, hengelroede. Spiegh. heeft vriendschaps hengelaas.