Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L
(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij
[pagina 219]
| |
bezigt het manlijk, voor eenen laffen karel. Dat ghij zoo armen guil (als ick) slaet 't lijf vol stramen. Zoo zegt men ook, in de gemeenzame verkeering: hij is een regte guil. Het wordt ook als een bijw., voor laf hartig, gebruikt. |
|