Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Getulband] GETULBAND, bijv. n. en bijw. Met eenen tulband (turban) verzien: het getulbande Azie. Antonid. Vorige Volgende