[Getuigenis]
GETUIGENIS, z.n., vr., der, of van de getuigenis; meerv. getuigenissen. Het verslag van eene zaak, door eenen getuige afgelegd: hij heeft eene valsche getuigenis daarvan gegeven. Bewijs: offert voor uwe reijninge, haer tot een getuijgenisse. Bybelvert. Bevestiging van eene zaak, of het gezag van eenen persoon, in den bijbelstijl: die getuijgenisse gaf den woorde sijner genade. Hooft en Vondel nemen dit woord ook onzijdig, het getuige-