[Gesteente]
GESTEENTE, z.n., o., des gesteentes, of van het gesteente; meerv. gesteenten. Edelgesteente: 't Getulbande Azie deelt aan de Scheepvaart uit gesteente. Anton. Met kostelijke gesteenten verrijkt. Zamenstl.: edelgesteente, vloergesteente. Ook wordt het voor eene vereeniging van andere steenen genomen. Zoo staat voor zekere graftomb, Gods Engel toeft in dit gesteent’.