Nederduitsch taalkundig woordenboek. E-H. I-L(1802-1803)–P. Weiland– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [Gekast] GEKAST, bijv. n. en bijw., zijnde het verled. deelw. van kassen. In eene kas gezet, vooral bij de Dichters gebruikelijk, van gezette diamanten en andere edelgesteenten: een diamant in goud gekast. Vorige Volgende