[Estrik]
ESTRIK, (bij Kil. esterick) z.n., m., des estriks, of van den estrik; meerv. estrikken. Gebakken vloersteen: een vloer van roode en blaauwe estrikken.
Hoogd. Ästrich, Ästerich. Astragus, astracum, astreca beteekende, in het middeleeuwsch lat., den gepleisterden vloer eener kamer.