van zijn oude, bedorven levensmiddelen aan arme menschen zou ontvangen. Wat denk jij, vooruitstrevende, wel van zoo iets? Ik geloof niet, dat wij tegenwoordig zoo slecht zijn als de kranten wel beweren.
Samuel was even blij met zijn kleeren als een jong meisje. Hij gaf er vijf maal zooveel voor uit als zijn vrouw, Toen schijnt het wel de Gouden Eeuw voor de mannen geweest te zijn. Kijk, vind je dat niet aardig? Hier zie je weer uit, dat hij het werkelijk eerlijk meende:
‘Vandaag kwammijn prachtige Camlett mantel met gouden knoopen thuis. Het kostte me zeer veel geld en ik smeek God dat Hij het me mogelijk zal maken deze som te betalen’.
Neem me niet kwalijk, dat ik zoo vol van dien Pepys ben. Ik schrijf, geloof ik, een heelen brief alleen over hem.
Wat zeg je daar wel van, Vadertje: het bestuur heeft de 10 uur-regel ingetrokken. We mogen nu niet zoo lang licht branden als we zelf willen. De eenige voorwaarde is, dat we de rust van de anderen niet storen, dus niet hard praten of allemaal op één kamer bij elkaar komen, of zoo. Het resultaat werpt weer een prachtig licht op de menschelijke natuur. Nu we zoo lang op mogen blijven als we maar willen, kan dat ons niets meer schelen. Om 9 uur beginnen we te knikkebollen en om half tiers ontvalt de pen aan onze moede handen. Het is nu niet half tien. Goeden nacht!