Een week later.
Ik had dezen brief eigenlijk al lang moeten afschrijven, maar ik kwam er niet toe. Je vindt het niet zoo heel erg, hè Vadertje, al schrijf ik je ook erg ongeregeld. Ik vind het heusch heerlijk om aan je te schrijven, het geeft me zoo'n heerlijk gevoel, net alsof ik ook familie heb. Wil ik je eens iets vertellen? Je bent niet meer de eenige man, aan wien ik schrijf. Er zijn er nog twee andere. Ik heb dezen winter heerlijk uitvoerige brieven gekregen van Jongeheer Jervie (met getikte enveloppes, dus weet Julia er gelukkig niets van). Heb je ooit zoo iets shockings gehoord? En haast elke week komt er een erg verward epistel, meestal op geel blocnote-papier, uit Princeton. En dat alles beantwoord ik met de promptheid van een zakenman. Dus zie je, dat er niet meer zoo'n groot verschil tusschen mij en andere meisjes bestaat. Ik krijg ook brieven.
Heb ik je al verteld dat ik gekozen ben tot lid van de dramatische club van de Seniors? De organisatie is erg deftig: maar 75 leden worden uit de 1000 meisjes gekozen. Vind je, dat ik als consequent socialiste daarvan deel kan uitmaken?
Waarmee denk je wel dat ik op het oogenblik voor