Natuurlijk moet je het aannemen. Maak maar van je zomer, wat je er van maken kunt. Je zult nieuwe menschen leeren kennen en een massa nieuwe dingen. Ga maar heel veel in de open lucht en zorg dat je gezond en sterk en uitgerust bent, want je zult na dezen zomer weer een jaar hard aan het werk moeten.
Maar nets van dat al. Alleen een kort briefje van je secretaris, waarin hij me zegt, dat ik naar Lock Willow moet.
Het ergst van je bevelen vind ik nog, dat ze zoo onpersoonlijk zijn. Ik vind, dat je me toch zelf wel eens een regeltje kon schrijven, inplaats van me die vervelende, getikte briefjes te sturen, al geef je misschien ook nog zoo weinig om me. Als je dan ook maar de kleinste zinspeling maakte, dat je iets liever niet had, zou ik natuurlijk alles doen om je tevreden te stellen.
Ik weet, dat ik je aardige, lange, uitvoerige brieven moet schrijven zonder ooit een antwoord te mogen verwachten. Jij houdt je aan je belofte (ik krijg een uitstekende opleiding) maar ik voel, dat je me verwijt, dat ik van mijn kant me niet heelemaal aan onze overeenkomst houd.
Maar begrijp dan ook, dat het zoo'n moeilijk geval voor me is. Heusch, vreeselijk moeilijk. Ik voel me zoo verschrikkelijk alleen. Jij bent de eenige van wien ik kan houden en jij bent voor mij zoo'n wazig iemand. Je bent eigenlijk alleen maar een denkbeeldige man, die voor mij alleen door mijn fantasie leeft en het kan heel goed zijn, dat je in werkelijkheid heel anders bent dat ik je me voorstel. Maar eens, toen ik in het ziekenhuis lag, heb je me een kaartje gestuurd en nu ik me zoo afschuwelijk verlaten en alleen voel, haal ik dat weer te voorschijn en lees het nog eens.
Ik geloof dat ik je heelemaal niet zeg, wat ik je eigenlijk had willen zeggen en dat is:
Ofschoon ik me nog altijd een beetje gekrepkt voel - want het is beleedigend om zoo maar weggestuurd te worden door een heerschzuchtig, onredelijk, almachtig en onzichtbaar Iemand, ook als die Iemand even vriendelijk