[Inleiding]
Het hierachter uitgegeven handschrift bevindt zich in het archief van den Heer Cl. Hengst, Burgemeester van Boxmeer. Het bevat de beschrijving van een pelgrimstocht van 's Hertogenbosch naar 't Heilig Land en terug.
De pelgrim was Jan Want, Priester der Predikheerenorde in het Klooster van 's Hertogenbosch. In 1532 was hij procurator van dit klooster (Zie Schutjes, IV, blz. 451).
De reis begon den 28 April 1519 en eindigde in het laatst van October dezes jaars. Van dag tot dag teekende hij zijn wedervaren in duidelijk gothiek schrift, den tekst hier en daar met een roode beginletter afwisselend. Vier bladzijden ontbreken aan het handschrift, terwijl de laatste 8 bladen aan den bovenhoek eenigszins afgeknaagd zijn.
De grootte is 14 × 11 cM. De taal goed Nederduitsch. Eene vergelijking met andere werken o.a. met het veel verspreide werk van Bernardus Surius van Roermond, priester der Minderbroeders te Halle ‘Den Godtvruchtighen Pelgrim ofte Jerusalemsche Reyse’, toont ons de waarheidsliefde van broeder J. Want. Vooral zijne beschrijving van de Kerk en het Klooster van het H. Graf te Jerusalem is belangrijk, waarom een platte grond ter verduidelijking toegevoegd is.
A.F. van Beurden.
Roermond, Augustus 1896.