19.
Brief van 18 juni. Het ‘schetsje’ dat Walraven mij tegelijk met deze brief stuurde, heette Vox Populi, Vox Dei. Zoals hij in deze brief schrijft en in die van de 27ste zal herhalen, waren hem de gebeurtenissen door Itih verteld. Het verhaal speelt ook geheel in de Indonesische wereld. Ook dit werd eerst na de oorlog gedrukt in Oriëntatie (in het juli-nummer 1948) en later opgenomen in Op de Grens.
Blimbing, 18 Juni 1941 (11 uur v.m.)
Waarde Heer Nieuwenhuys,
Hierbij weer een schetsje. Ik heb het zoojuist voorgelezen aan Itih, die degene is, die mij het verhaal heeft verteld. Zonder haar geen verhalen van deze soort. Zij zegt, dat het allemaal precies zoo is gebeurd. Dat is voor haar het voornaamste. Zij houdt niet van fantasie, of bijvoegsels van mezelf, en ziet niet in, dat zooiets ook wel geoorloofd is en soms onvermijdelijk. Alleen zeg ik haar wel eens, dat er toch een slot moet zijn, en dat een verhaal zoodanig moet zijn, dat de lezer niets meer te vragen heeft en bevredigd is. Dan moet ze me gelijk geven en legt zich neer bij ‘de leugens’. (Zij liegt n.l. nooit.)
Ik zal U binnen een paar dagen nog een ander schetsje sturen van dezelfde lengte ongeveer. Ook Indisch, of Inlandsch. Ik wil eenige Indische motieven van vroeger trachten uit te werken en hoop, dat De Fakkel die van me zal koopen voor nu of later. Zooals ik al zei, misschien komt er binnenkort wel weer een tijd, waarin het moeilijker gaat,