Merckenweerdigste voorvallen en daegelijcksche gevallen. Brugge 1789

(Augustus)

(1 augusti 1789)

Op den 1 augusti is met de gewonelijcke ceremonie binnen de stadt Gend geschiet de 612ste treckinge der keijserlijcke en koninglijcke loterije; zijnde uijt het radt der fortune getrokken de nombers: 45, 90, 74, 71, 59.

(5 augusti 1789)

- fol. 105 - Op den 5 augusti verdronk eenen man ontrent Waggelwater⁽³⁵⁾ in de Oostensche vaert op de volgende wijse: door de linie van de voorbijvaerende barge⁽³⁶⁾ in 't water gesmeten zijnde, swom hij daer gemakkelijk uijt zonder ongemak; dog korts daernae uijt zijn plaisier wederom in 't water springende om te swemmen, sonk hij schielijk naer den grondt zonder nog boven te komen; desen ongeluckigen dus, of door een overgekomen ongemak ofte door den voorgaenden schrik, zijn leven door eene al te groote onbedagtheijd verliesende.

(35) In ‘De straatnamen van Brugge’ werd ‘Waggelwater’ opgenomen als de naam van de weg langs de vaart van Brugge naar Oostende op de wijk Waggelwater (Sint-Andries). A. Schouteet merkte evenwel op dat de vermelding van Waggelwater als wijk- of plaatsnaam pas in de bescheiden wordt aangetroffen van januari 1817 af. Van Walleghem gebruikt de naam wel, de vraag stelt zich dan ook of hij hiermee de wijk te Sint-Andries bedoelde. Dit lijkt ons, gezien de context, zeer waarschijnlijk. We kunnen hier evenwel ook vermelden dat in het Toponymisch woordenboek van K. De Flou ‘Waggelwater’ omschreven werd als een wijk én een herberg langs de Oostendse vaart. Het is dus niet helemaal uitgesloten dat Van Walleghem hier de herberg bedoelde. (A. SCHOUTEET, De straatsnamen van Brugge..., o.c., blz. 229), (K. DE FLOU, o.c., dl. 16, blz. 1023-1024).

(36) Zie hiervoor voetnoot 49 van ‘Merckenweerdigste Voorvallen’ 1789.

(8 augusti 1789)

Op den 8 augusti eenen metser, aen 't gebouw der Waterhalle⁽³⁷⁾ werckende, viel door 't breken van eene plank door de stellinge, zoodaenig aen verscheijde deelen van zijn lichaem gewond zijnde dat hij naer het hospitael gedregen wiert en men grootelijks voor zijne behoudenis bevreest is.

Heden is met de gewonelijcke ceremonie binnen de stadt Brussel geschiet de 613ste treckinge der keijserlijcke en koninglijcke loterije; zijnde uijt het radt der fortune getrokken de nombers: 61, 33, 48, 76, 45.

(37) Zie hiervoor voetnoot 224 van ‘Merckenweerdigste Voorvallen’ 1788 en voetnoten 22 t/m 26 van ‘Merckenweerdigste Voorvallen 1789.

(14 augusti 1789)

- fol. 106 - Op den 14 augusti is met de gewonelijcke ceremonie binnen de stadt Antwerpen geschiet de 614ste treckinge der keijserlijcke en koninglijcke loterije; zijnde uijt het radt der fortune getrokken de nombers: 18, 9, 57, 15, 55.

(20 augusti 1789)

Op den 20 augusti gebuerde wederom een groot ongeluk aen 't nieuw gebouw van de Waterhalle, want Francois Vergalle, matsenaer, desen naermiddag van zijn werk scheedende om de knaepen een swaere mande orduijnsteenen te helpen optrekken, zoo gebuerde het dat de mande in 't optrekken omsloeg en eenige groote stukken orduijn daeruijt vallende, trefte den ongeluckigen zoodaenig dat zijnen bil en been teenemael vermorselt was en zijnen voet verplettert; hij, door de pijne van zig zelven liggende, wiert naer het hospitael gedregen, en door welcke swaere wonden, indien hij het leven behout, hij noijt meer tot wercken zal bequaem zijn.

(22 augusti 1789)

- fol. 107 - Op den 22 augusti is met de gewonelijcke ceremonie binnen de stadt Gend geschiet de 615ste treckinge der keijserlijcke en koninglijcke loterije; zijnde uijt het radt der fortune getrokken de nombers: 82, 11, 27, 65, 90.

Heden naermiddag gebuerde een groot ongeluk op de schipwerkerije buijten de Dampoorte op 't Fort Lapain⁽³⁸⁾: het soonjen van sieur Bourbon⁽³⁹⁾, wonende bij den Com, oudt tusschen twee en drij jaeren, aldaer speelende en ten huijse van zijn mononkel, sieur Molenaere, wonende, viel zonder iemants weet in den put waerin d'ezers van de schipwerkerije gekoelt worden en die door de veelte van

(38) Het fort Lapin is een voormalige versterking. Thans is het nog een wijk te Brugge (gemeente Koolkerke). (K. DE FLOU, o.c., dl. 4, blz. 276).

(39) Op 3 jarige leeftijd overleed Joannes, het zoontje van Philippe Boereman en Isabella van de Putte. (S.A.B., Doop-, trouw- en begraafboeken, Algemeen Overlijdensregister, 1789 St.-Gillis, n^o 65).

[p. 193]

regen volgelopen was; verdrinkende in hetzelve ongeluckig zonder eenige mentie te maeken of dat iemant hetzelve hoorde, want wanneer men ging sien waer het kint verbleven was, wiert het dus met grooten schrik in den put gevonden. - fol. 108 - Hetzelve daeruijt getrokken zijnde, wierden alle de nieuwe middelen werkstellig gemakt om hetzelve te behouden, dog vrugteloos, waeruijt vermoed wort dat het kint al ettelijcken tijdt in den waterput moet gelegen hebben.

(23 augusti 1789)

Op den 23 augusti en eenige andere volgende daegen wierden in 't commediehuijs voor den prijs der commediën door eenen trop Engelsche vertoont menige schoone dansen en wondere toeren, alhier noijt vertoont, die door veele aenschouwers vereerlijkt wierden.

(25 augusti 1789)

Op den 25 augusti stierf mevrouw Aernts, wonende bij de Magdaleene zeer subitelijk, want dese van een kint geluckig verlost zijnde, overkwam haer een ure daernae eene swaere spouwing waerdoor sij kortswillig stierf, zonder eenige heijlige gerechten van Onse Moeder de H. Kerke te konnen ontfangen⁽⁴⁰⁾.

(40) We hebben deze vermelding niet in het overlijdensregister 1789 teruggevonden.

(29 augusti 1789)

Op den 29 augusti is met de gewonelijcke ceremonie binnen de stadt Brussel geschiet de 616ste treckinge der keijserlijcke en koninglijcke loterije; zijnde uijt het radt der fortune getrokken de nombers: 56, 88, 12, 74, 14.

(29 augusti 1789)

- fol. 109 - Op den 29 augusti naermiddag gebuerde een groot ongeluk, want eenen der vregtwaegens van Blanckenberge, gelaeden, langs den kant van de Mart gereden komende waer eenige vischkraemen en andere stonden en voor welcke op den hoek van de Mart eenen ijdelen cordewaegen in den weg stont; zoo overreed den gemelden vregtwaegen desen cordewaegen, gelijk ook twee kinderen, wonende op de Mart die op dezelve waeren speelende en die door hunne jongheijd geen tijdt hadden om van dezelve af te gaen; het één kint besonderlijk zoodaenig gewont zijnde dat men voor zijn leven bevreest is mits zijn been en bil, behalvens andere wonden, teenemael gebroken was.