Inhoudsopgave
Vaderlandsche historie Drie endertigste boek.
I.
Prins Maurits biedt den erfgenaam des Hertogs van Ferrare der Staaten bystand aan, tegen den Paus.
II.
Verschil met die van de Duitsche Hanze, te Londen.
III.
Opening tot eene Vredehandeling, van wege den Aartshertoge.
IV.
De Kardinaal Andreas van Oostenryk, door Albertus, tot Landvoogd aangesteld.
V.
Onlusten te Embden.
VI.
Ellerborn, te Aken, verwerft Brieven van schâverhaaling tegen de Vereenigde Staaten.
VII
Staat van 't Hertogdom Kleeve.
VIII.
Groot gebrek in 's vyands Leger.
IX.
Dood van den Graave van Kuilenburg;
X.
Beweeging te Utrecht.
XI.
Mendoza verschoont het schenden van den Duitschen bodem, en beschuldigt de Staaten.
XII.
Vyandlyke aanslagen.
XIII.
Ongerustheid van Prinse Maurits.
XIV.
De Staaten dringen Prins Maurits tot eenen veldslag.
XV.
De Koning van Spanje verbiedt den Staaten den handel in zyne Ryken.
XVI.
Fredrik Spinola voert zes galeien, ten dienste van Spanje, herwaards.
XVII.
Keizer Rudolf vermaant de Staaten wederom tot vrede. Doch zonder vrugt.
XVIII.
Kommerlyke staat der Vereenigde Gewesten.
XIX.
Toerustingen tegen den volgenden veldtogt
XX.
Togt naar Vlaanderen.
XXI.
De Staaten van 's vyands Nederlanden doen wederom voorslagen van vrede.
XXXII.
Wreedheid der Duinkerker Kaapers gestraft.
XXIII.
Vredehandeling tuschen Engeland en de Aartshertogen.
XXIV.
Handel der Duitsche gezanten in den Haage.
XXV.
Hevige twist met de stad Groningen.
XXVI.
Krygstoerustingen, ter wederzyde.
XXVII.
De Aartshertog belegert Oostende.
XXVIII.
Toerusting ter zee in Spanje.
XXIX.
Vervolg van het beleg van Oostende.
XXX.
Werving in de Vereenigde Gewesten.
XXXI.
Stoute muitery van 't vyandlyk Krygsvolk.
XXXII.
Oostfriesche en Embder onlusten.
Vaderlandsche historie
Vier endertigste boek.
I.
Verhaal van de opkomst der algemeene Oostindische Maatschappye, hier te Lande.
II.
Hunne Scheepstogten, om, door 't Noorden, eenen weg naar China en Indie te vinden.
III.
Poogingen van Filips den III. om den onzen den handel in Indie te beletten.
IV.
Gelegenheid tot de opregting der algemeene Oostindische Maatschappye.
V.
Beginsels der vaart op Westindie.
VI.
Dood van Elizabet, Koninginne van Engeland.
VII.
't Kasteel van Wagtendonk verlooren en herwonnen. Staatsche Ruitery geslaagen.
VIII.
Beleg van 's Hertogenbosch wordt hervat; doch zonder vrugt.
XI.
Vervolg van 't beleg van Oostende.
X.
De Vaart op Spanje wordt wederom geopend; doch onder harde voorwaarden en voor korten tyd.
XI.
Oostende gaat over by verdrag.
XII.
Vrede, tusschen Spanje en Engeland geslooten.
XIII.
De Staaten weigeren Koning Jakob de vrye vaart naar Antwerpen.
XIV.
Inhoud van eenige schriften en bedenkingen, strekkende tot vrede, in de Nederlanden.
XV.
Toebereidsels tot den volgenden veldtogt,
XVI.
De Koning van Spanje zendt eenig Krygsvolk, te schepe, naar de Nederlanden: welk, door den Luitenant-Admiraal Hautain, onderschept en verwonnen wordt.
XVII.
Aanslagen des Aarthertogs, op Bergen op Zoom, mislukt.
XVIII.
Maurits trekt op tegen Spinola.
XIX.
Maurits aanslag op Gelder mislukt.
XX.
Verrigtingen der Maatschappye in Indie.
XXI.
Spinola verstrekt den Koning, op nieuws, geld en geloof.
XXII.
Twist tusschen den Hertog en de Stad van Brunswyk.
XXIII.
Buspoeder verraad, in Engeland.
XXIV.
Du Terrail verrast Breévoort.
XXV.
Spinola trekt te velde.
XXVI.
Hy belegert Grol.
XXVII.
Aanslag van Henrik Fredrik op Venlo, gemist.
XXVIII.
Graaf Ernst van Nassau herneemt Lochem.
XXIX.
Zeetogt van den Luitenant-Admiraal Hautain.
XXX.
Dood van den Graave van Hohenlo.
XXXI.
Zwaare schade in Texel.
XXXII.
Ontwerp tot het opregten eener Westindische Maatschappye.
Vaderlandsche historie. Vyfendertigste boek.
I.
Redenen, die Koning van Spanje neigen tot vrede.
II.
Eerste opening tot de Vredehandeling van de zyde der Aartshertogen.
III.
Drie verschillende de meeningen op 't stuk der Vredehandeling in de Vereenigde gewesten.
IV.
Men is 't eens, dat men, vooraf, de erkentenis der vryheid van den Staat behoort te bedingen.
V.
van Pater Jan Neyen komt herwaards. Wie hy was.
VI.
De algemeene Staaten geeven den byzonderen kennis van de geslooten Wapenschorsing, en schryven eenen Bededag uit.
VII.
Heemskerk wordt met eene Vloot tegen Spanje in zee gezonden.
VIII.
Neyen verzoekt, dat de Staaten hunne Vloot opontbieden, en't jongste Verdrag nader verklaaren.
IX.
Inzigten van Henrik den IV. op de Vredehandeling en oorzaaken van zyn misnoegen tegen de Staaten.
X.
Onderzoek naar den grond van 't vermoeden, dat Henrik de IV naar de heerschappy der Vereenigde Gewesten stondt.
IX.
Zy worden gehoord.
XII.
Neyen zoekt Aarsens om te koopen.
XIII.
De Staaten noodigen Groot-Britanje, Deenemarke en eenige Duitsche Vorsten, om hun goeden raad te geeven.
XIV.
Verreiken brengt twee bekragtigingen des Konings van Spanje herwaards.
XV.
Gewoel voor en tegen de handeling met den vyand.
XVI.
De Wapenschorsing wordt verlengd. De Staaten verklaaren dat zy eene byeenkomst zullen afwagten.
XVII.
Deensche en Duitsche gezanten in den Haage.
XVIII.
De Staatsche Ruiters overvallen een geleide met geld van den vyand.
XIX.
Wybrand van Warwyk keert uit Oostindie te rug.
XX.
Opschudding te Embden.
XXI.
Henrik de IV. bevredigt den Paus met de Venetiaanen.
XXII.
Handeling over een verbond met Frankryk.
XXIII.
De vyandlyke gezanten komen in den Haage.
XXIV.
De Staaten stellen Gemagtigden, om met hen te handelen.
XXV.
Vertoogen voor de nuttigheid des Indischen handels.
XXVI.
Eenige redenen tegen de vaart op de Indien.
XXVII.
Besluit der algemeene staaten op dit stuk
XXVIII.
De Spaanschen leveren hunne punten van handeling tevens over.
XXIX.
De Staaten leveren hunne punten over.
XXX.
Verbond van onderlinge bescherming, tusschen Groot-Britanje en de staaten.
XXXI.
Onderhandeling over grensscheiding.
XXXII.
De Staaten worden, door verscheiden tydingen van buiten, ontrust.
XXXIII.
Spaansche Huwelykshandeling in Frankryk.
XXXIV.
Koning Jakob wordt ook, door Spanje, gevleid met een Huwelyk.
XXXV.
De Spaanschen eischen, voor 't laatst, dat de Staaten afstaan van de vaart op de
Indien, en den Roomschen vryheid van Godsdienstoefening geeven.
Vaderlandsche historie. Zesendertigste boek.
I.
Gelegenheid tot het voorslaan en aanraaden van een veeljaarig Bestand.
II.
Eerste spraak van een Bestand.
III.
De Fransche en Engelsche gezanten besluiten, een Bestand voor te slaan.
IV.
Gevoelens der byzondere gewesten over 't Bestand.
V.
Nieuwe voorslag der Spaanschen.
VI.
De uitheemsche gezanten binden de handeling aan.
VII.
Richardot laat zyn heimelyk Berigtschrift agter.
VIII.
Nadere uitbieding der Aartshertogen.
IX.
Redevoering van Jeannin, om het Bestrand te pryzen.
X.
Geschrift, tot wederlegging van 's Prinsen brief aan de Hollandsche Steden.
XI.
Tweede brief van den Prinse aan de Hollandsche Steden.
XII.
De meeste Leden van Holland stemmen voor 't Bestand.
XIII.
Zeeland blyft 'er bestendig tegen.
XIV.
Veranderingen, op deeze aanspraaken, gevolgd.
XV.
Gerugt, dat Filips 't Bestand verwerpt.
XVI.
De Aartshertogen beweegen Filips tot het Bestand.
XVII.
Delft en Amsterdam bewilligen, ten laatsten, in 't Bestand.
XVIII.
Men belegt eene byeenkomst te Antwerpen.
XIX.
Inhoud van het Verdrag, deswege gemaakt.
XX.
De Staaten begeeren, dat Frankryk en Engeland hunne vryheid, schriftelyk, erkennen.
XXI.
Prins Maurits wordt schadeloos gesteld, wegens het nadeel, welk hy, by het Bestand, stondt te lyden.
XXII.
Handeling over 't veranderen van den vorm der Regeeringe.
XXIII.
Tegenwoordige gedaante derzelve.
XXIV.
Filips Willem, Prins van Oranje, verzoent Don Emmanuel van Portugal met Prinse Maurits.
XXV.
Onderhandeling over de begrooting van het aandeel van elk Gewest in de gemeene lasten.
XXVI.
Jeannin levert een wydluftig Vertoog, ter algemeene Staatsvergaderinge, over, ten voordele der Roomschgezinden.
XXVII.
De bekragtiging van 't Bestand, door den Koning van Spanje, komt her waards.
Druk-feil in 't VIII. Deel.
Berigt voor den boekbinder.