Vaderlandsche historie. Deel 8
(1753)–Jan Wagenaar– Auteursrechtvrij
[pagina 407]
| |
V. Fransche Krygsbedryven.De Koning van Frankryk zette den kryg, den gantschen winter door, voort, door den Hertoge van Bouillon; die egter weinig meer uitregtte, dan dat hy zig van de kleine Steden van Luxemburg meester maakte, en 't platte land daaromtrent deerlyk afliep. De Aartshertog Ernst, onpasselyk aan deGa naar margenoot+ koorts, die eerlang op eene teering uitliep, raadpleegde, midlerwyl, van tyd tot tyd, over de gemeene zaaken, aan welken hy schier geen redden wist. Met den aanvang des volgenden jaars, riep hy de twee eerste Leden der Staaten, de Geestelykheid en den Adel, te Brussel, byeenGa naar voetnoot(e), en kennende 's volks geneigdheid tot vrede, vraagde hy hun, naar middel, om 'er aan te geraaken, hun te gelyk verklaarende, dat de Koning ook verlangde, naar eene volkomen' bevrediging zyner Nederlanden. Don Esteven en Don Diego d'Ibarra woonden deeze vergadering by. Doch de Graaf van Fuentes was agtergebleeven, om dat hy niet begeerde te zitten beneden den Hertoge van Aarschot, die hem geene hooger plaats zou hebben toegestaan. En vindt men, dat Aarschot,Ga naar margenoot+ in deeze vergadering, rondelyk verklaard heeft ‘dat 'er geene vrede te wagten ware, zo lang men 't uitheemsch Krygsvolk in 't Land hieldt, en den Spanjaarden 't voornaam bewind der Regeeringe gaf.’ De Leden der Staaten hoorden deeze verklaaring, met verwondering en genoegen. Doch de Aartshertog gaf voor, dat men, hierop, niets | |
[pagina 408]
| |
besluiten kon, buiten den Koning, wien hy van alles berigt geeven, en, tot het bevorderen der vrede, ernstelyk, raaden zouGa naar voetnoot(f): waarmede de raadpleegingen werden afgebroken. Ga naar margenoot+ Karel van Heraugiere, Bevelhebber van Breda, ondernam, ten deezen tyde, Huy te verrassen, om, door deeze Stad, eenen weg over de Maaze te hebben, en, langs den zelven, den Hertoge van Bouillon, in Luxemburg, als 't nood deedt, te voorzien van onderstand. De Plaats lag in Luikerland, en dus op eenen onzydigen grond; doch alzo Ernst van Beieren, Bisschop van Keulen en Luik, zig dikwils vyandelyk genoeg getoond hadt tegen de Staaten, en den Spanjaarden toeliet, zyne sterke Plaatsen bezet te houden; oordeelde men, regt te hebben, om zig van Huy te verzekeren. Heraugiere dan, den aanslag overlegd hebbende met Prinse Maurits, trekt, den zesden van Sprokkelmaand, met twaalfhonderd knegten en zeshonderd paarden, naar Diepenbeek. Hier stal houdende, zendt hy omtrent dertig man, rappe gasten, naar Huy, die zig versteeken in zeker huis, daar Heraugiere heimelyk verstand hieldt, en dat in 't hangen van den heuvel stondt, waarop 't Kasteel van Huy gestigt was. Des nagts, onderneemt deeze manschap, 't Kasteel te beklimmen, overweldigt de bezetting, die hun niet overtrof in getal, en laat Heraugiere, met het overige volk, terstond, | |
[pagina 409]
| |
binnen de vesting. De burgery van Huy, 't Kasteel bemagtigd ziende, boodt geenen den minsten tegenstand; maar gaf de Stad ook over. De Bisschop klaagde, terstond, over deeze vyandlykheid aan de Staaten der Vereenigde Gewesten, begeerende, dat hem Huy wederom overgeleverd werdt. Doch men antwoordde, dat zulks, eerst na 't wederzydsch afleggen der wapenen, en na 't ruimen der Plaatsen, die de Spanjaard onder 's Bisschops gebied inhieldt, zou konnen geschieden. De Bisschop dan, bespeurende, dat men hem op den tuil hieldt, vervoegde zig by den Aartshertoge, die den Heer vanGa naar margenoot+ la Motte, met zeven Regementen voetvolks, afvaardigde, om Huy te herwinnen. Hy vertoonde zig, den zevenden van Lentemaand, voor de Plaats, die, in deezen korten tusschentyd, niet behoorlyk hadt konnen versterkt worden. De Heer van Groesbeek voegde zig, met tweeduizend Luikenaars, by hem. De Plaats werdt, terstond, vinnig beschooten: en Heraugiere, geen ontzet voorhanden ziende, gaf haar over, by verdrag, volgens welk, hy en de zynen, met wapenen en draagbaare pakkaadje, uittoogen, op den eenentwintigsten. La Motte lei, terstond, Spaansche bezetting binnen Huy, welk, door den Bisschop, van alle zyne vryheden beroofd werdtGa naar voetnoot(g). |
|