Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijZy vertrekt naar Engeland.Jakoba, haare zaaken aan 't Engelsche Hof naar wensch voortgezet hebbende, begon haaren afkeer van Hertoge Jan openlyker te doen blyken. Vrouw Margareet, haare Moeder, hadt zig, te vooren, dikwils, bevlytigd, om den twist tusschen de Egtgenooten by te leggen; doch zag 'er langer geen' kans toe. Jakoba verliet het Hof van haaren Man in stilte, en begaf zig naar Valenchyn, by haare Moeder. Hier, met den Heere d'Escaillon, een' Henegouwer Edelman, doch een Engelschman in zyn hert; den tyd en wyze van haar vertrek beraamd hebbende, nam zy oorlof van Vrouwe Margareet, voorgeevende zig te Bouchain te willen gaan ophouden. Doch zy bleef 'er niet lang. D'Escaillon, van omtrent zestig man verzeld, kwam haar buiten de Stad vinden, en voerde haar, in twee dagen, naar Calais, van waar zy terstond naarGa naar margenoot+ Engeland overstakGa naar voetnoot(l). Zy schynt hier, in de Lente des jaars 1421, aangekomen te zynGa naar voetnoot(m): alzo 'er nog een Koninglyke Vrygeleidebrief voor haar voor handen is, te Westmunster, den eersten van Lentemaand, ge- | |
[pagina 451]
| |
dagtekendGa naar voetnoot(n). Henrik de V. ontving haar beleefdelyk, en lei haar honderd ponden ter maand toe, zo lang zy zig in Engeland bevinden zouGa naar voetnoot(o). Ook slaakte hy, op haar verzoek, een' Henegouwer Edelman, die in den Tour gevangen zatGa naar voetnoot(p). Doch daar verliep nog eenige tyd, eer haar Huwelyk met den Hertoge van Glochester voortgang hadt: 't zy dat Jan van Beieren, die, terstond na Jakoba's vertrek, eenigen uit zynen Raad naar Engeland zondtGa naar voetnoot(q), het, voor eene poos, wist te stremmen; 't zy dat men 't Pauselyk verlof zo spoedig niet bekwam, als men gemeend hadt; 't zy, eindelyk, dat de Koning den Huize van Bourgondie, door het voortzetten van dit Huwelyk, vreesde te zullen mishaagen. Midlerwyl, genoot Jakoba te Londen alle eere. Zy stondt, in Wintermaand deezes jaars 1421, over den Doop van 's Konings Zoon, Henrik, die, na zynen Vader, den Engelschen Troon beklom. Wy moeten haar, voor eene korte wyle, in Engeland laaten, om te zien, wat 'er, na haar vertrek, hier te Lande, voorviel. De Hertog van Brabant kreeg 'er wel haast kennis van; en 't scheen, dat het hem de oogen opende, om zig meer aan 's Lands Regeeringe te laaten gelegen zyn. Immers, hy bragt eenig volk byeen, en poogde zig, met list, van Brussel meester te maaken. Doch deeze aanslag mislukteGa naar voetnoot(r). |
|