Vaderlandsche historie. Deel 3
(1750)–Jan Wagenaar– AuteursrechtvrijX. Jan van Renesse vlugt uit Utrecht, en sneuvelt, nevens veele anderen, in 't overvaaren van de Lek.De neêrlaag der Vlaamingen voor Zierikzee bragt Renesse, toen hy 'er te Utrecht tyding van kreeg., in de uiterste verlegenheid. De weinige Edelen, die hem hier verzelden, onder welken, Herman van Woerden, Arend van Benskoop, Jan van der Leede en eenige anderen genoemd worden; konden hem weinig raad, en geheel geene hulp toebrengen. Van Heere Guy hadt hy ook weinig onderstand meer te hoopen, behalven dat hy, eenigen tyd geleeden, in zyne ongunst gevallen wasGa naar voetnoot(c). Op de genade van Jonkheer Willem, dien hy nog onlangs het byeenbrengen van het Leger te Schiedam hadt poogen te beletten, durfde hy zig niet verlaaten. Ook melden sommigenGa naar voetnoot(d), dat men hem reeds tegen eenen aanslag van Jonkheer Willem gewaarschuwd hadt. Hy vreesde, daarenboven, voor beroerte in de Stad. Al dit deedt hem en zyne Vrienden dan besluiten, by tyds te wykenGa naar voetnoot(e). Zy begaven zig naar de Lek tegen over Beuzighem: welken stroom zy daar, met eene Schouwe, wilden overvaaren. De meeste Heeren, wier Sloten hier omtrent gelegen waren, hielden 't met Re- | |
[pagina 180]
| |
nesse: zo dat hy zig veilig waande. Jan van Beuzighem, Heer van Kuilenburg, en een ander, die niet genoemd wordt, waren de eenigsten, die der Henegouwer Regeeringe toegedaan bleeven. Deezen dan, van het vertrek van Renesse en de zynen kennis gekreegen hebbende, bragten eenig volk in de wapenen, en troffen de Vlugtelingen aan op een' Uiterwaard in de Lek tegen over Kuilenburg. Hier werdt Renesse, met verscheiden' anderen, verslaagen, op den vyftienden van Oogstmaand des jaars 1304Ga naar voetnoot(f). Sommigen melden, dat hy, met veele anderen, in de Schouwe gejaagd zynde, na het omslaan derzelve, in 't water gesmoord isGa naar voetnoot(g). Behalven Renesse, sneuvelden hier Arend van Benskoop, Jan en Pelgrim van der Leede, Huibert van Everdingen, Henrik en Bertold van Schalkwyk, Heer Arend van Buuren, Kanonnik, en veele anderenGa naar voetnoot(h), welker getal, van sommigen, op meer dan honderd begroot wordtGa naar voetnoot(i). Jan en Pelgrim van der Leede waren Zoonen van Heere Gysbrecht van Amstel. En Jan hadt, ten tyde van den inval des Hertogs van Brabant, veele vyandlykheden in 't Oosten van Holland gepleegdGa naar voetnoot(k). Jan van Kuilenburg maakte zig, sedert, meester van de Sloten te Everdingen en te Schalkwyk, die ten gronde toe geslegt werdenGa naar voetnoot(7). |
|