DE FEESTGANGERS. Roman. (oers. DE FEESTGONGERS), Zwarte Beertjes 2464. A.W. Bruna & Zoon, Utrecht 1971 [156
bls.]. |
GRASD. (Maatstaf): LC 2-1-71. |
Vervreemding: van techniek tot dogma I. en II. (Jacq. Firmin Vogelaar, ANATOMIE VAN EEN GLASACHTIG LICHAAM; VIJAND GEVRAAGD; HET HEEFT GEEN NAAM; Michaël Tophoff, VERTREKTIJDEN): LC 9/16-1-71. |
Velerlei liefde en dood (Willem G. van Maanen, HELSE STEEN): LC 23-1-71. |
VAN TIJD TOT TIJDSCHRIFT [tenei: TIJD.] (Kruispunt, Summier, Kentering, Raster, Barbarber): LC 13-2-71. |
Noach ontmythologiseerd (A. Koolhaas, NOACH. Spel in 4 episoden): LC 20-2-71. |
Een hervonden huid (Hella S. Haasse, KRASSEN OP EEN ROTS): LC 20-2-71. |
Van en over Karel Jonckheere I. (Karel Jonckheere, EEN HART ONDER DE DIERENRIEM; des. en Erik van Ruysbeek, ONDERGANG EN DAGERAAD; Clare Haesaert e.a., 7 OVER JONCKHEERE): LC 27-2-71. (Sj. 6-3-71). |
Proza met lucht er tussen (Gerrit Krol, DE LAATSTE WINTER): LC 27-2-71. |
De selgenoat (fragmint út de roman YN ADAMS HARNAS): Sonde II nr. 5 (maitiid '71), 12-14. |
Van en over Karel Jonckheere II.: Onbeslist duel, as hjirboppe: LC 6-3-71. |