|
| |
[1966]
| BY DE DUVEL TO BYCHT. Roman: Laverman N.V., Drachten 1966 [167 bls.]. |
| KOGELS VOOR EEN LABBEKAK. Roman. Zwarte Beertjes 962. A.W. Bruna & Zoon, Utrecht, 1966 [184 bls.]. |
| ZESTIG JAAR WERELDGESCHIEDENIS. Beknopt overzicht 1900-1960. I 1900-1920. Mag. Alvinus-gymnasium Snits, 1966 [16 bls., stensille]. |
| GRASD. († A. Marja; Contour, Gard Sivik, Maatstaf): LC 8-1-66. |
| Gebeuren dat niet gebeurt (Clare Lennart, TWINTIG RAMEN AAN DE STRAAT): LC 15-1-66. |
| Waar gebeurd, en wat dan nog? (Esteban López, ALS BROER EN ZUSTER): LC 22-1-66. |
| Een ontaarde grootvader (Adriaan van der Veen, EEN IDEALIST; JACHT IN DE DIEPTE): LC 29-1-66. |
| GRASD. (Yang, Maatstaf): LC 5-2-66. |
| |
| |
| Zelfrechtvaardiging van een guit (Maurice Roelants, ROMAN VAN HET TIJDSCHRIFT FORUM OF: LES LIAISONS DANGEREUSES): LC 12-2-66. |
| Literaire kritiek: RONO 15-2-66. |
| Een verrassende revanche (Victor Spoor, SPIJKERS ZONDER KOPPEN): LC 19-2-66. |
| Proza als utopie (Willy Roggeman, BLUES VOOR GLAZEN BLAZERS; LITERAIR LABO): LC 26-2-66. |
| (Wat is engagement? Antwurd op fraach redaksje): Contour II nr. 2 (mrt. '66), 51-52. |
| 11 Städte, 30 Gemeinden: Merian XIX nr. 3 (maart '66), 21-26. |
| GRASD. (Tirade, De Gids): LC 5-3-66. |
| De vangarmen van de jeugd (Margaretha Ferguson, HET BLOED EN DE HAAIEN): LC 12-3-66. |
| Leven als klein bericht (Remco Campert, HET GANGSTERMEISJE): LC 19-3-66. |
| Proza van diverse pluimage (Pierre H. Dubois, MARCELLUS EMANTS; W.L.M.E. van Leeuwen, AVONDEN OP DRIENERWOLDE; C. Rijnsdorp, DE ROMAN IN OPSPRAAK; Ab Visser, LEVEN VAN DE PEN; Hedwig Speliers, WIJ, GALSPUWERS; Bibeb, BIBEB EN DE VIPS): LC 26-3-66. |
| Het paradijs dat de hel is (B. Roest Crollius, DE HEILSLEER VAN JUFFROUW FRANÇOIS): LC 2-4-66. |
| Waar is de christelijke literatuur? (Marianne van Noortwijk-Colijn, NACHT ZONDER ONTMOETING): LC 9-4-66. |
| (Oer W.F. Hermans, NOOIT MEER SLAPEN): AVRO-radio 10-4-66 [tekst net bewarre, ôfwikend fan LC 14-5-66]. |
| De oude en de nieuwe mythe (A. den Doolaard, DE GODEN GAAN NAAR HUIS): LC 16-4-66. |
| Mannelijke vrouwelijkheid (Carole Vos, SPELEN MET SPOKEN; Aya Zikken, CODE VOOR DANDER): LC 23-4-66. |
| Woorden als bevrijding (Paul de Wispelaere, MIJN LEVENDE SCHADUW): LC 29-4-66. |
| GRASD. (Merlyn, Contour, PEN, De Nieuwe Stem, † N.A. Donkersloot, Tirade, † M.
Roelants): LC 7-5-66. |
| Leerschool van de eerzucht (W.F. Hermans, NOOIT MEER SLAPEN): LC 14-5-66. |
| Tussen tempel en kruis (Maria Rosseels, IK WAS EEN KRISTEN; Hella S. Haasse, EEN NIEUWER TESTAMENT):
LC 21-5-66. |
| Jan Moritoen, een 14de-eeuwse Bredero (HET GRUUTHUSE HANDSCHRIFT, ed. K. Heeroma en C.W.H. Lindenberg): LC 21-5-66. |
| Romantisch anekdotisme (Louis de Bourbon, DE ZWARTE VANEN): LC 28-5-66. |
| GRASD. (Maatstaf, De Gids, De Nieuwe Stem): LC 4-6-66. |
| Vreemde manieren (ynstj. oer û.o. iepenbier en bysûnder ûnderwiis, tsjin B. =
Winfried Brouwer): SN 9-6-66. |
| |
| |
| Op weg naar meer ruimte (Henk van Kerkwijk, DE STERVENDE DODE; GEWEER MET TERUGSLAG): LC 11-6-66. |
| Hoe korter hoe beter (Theun de Vries, DOODSKOPPEN EN KAALKOPPEN): LC 18-6-66. |
| Vlaamse tegenvallers (Jozef Hendrix, HET GAAT OM GWEN; Bert van Aerschot, DE DOCHTERS VAN DELPHI): LC 25-6-66. |
| Gysbert Japicx (1603-1666) - schepper in een luchtledig: Nieuwe Rotterdamse Courant 25-6-66. Ek It Beaken: HULDE OAN GYSBERT JAPICX 1966, 63-67. |
| GRASD. (Maatstaf, Komma): LC 2-7-66. |
| Boerenmeisjes huilen niet (S. Vestdijk, ZO DE OUDEN ZONGEN...): LC 9-7-66. |
| NET NEI DE COSTA BRAVA: ST IX nr. 8 (aug. '66) [16 bls.]. Ek AF, 116-134. |
| GRASD. (Merlyn, Tirade): LC 6-8-66. |
| Genuanceerdheid in zwart (Fernand Auwera, DE DONDERZONEN; DE KONING VAN DE BIJEN): LC 13-8-66. |
| De bomen en het bos (Helma Wolf-Catz, ROZEROOD; KASTELEN, HUN PERSONAGES, HUN SCHATTEN): LC 20-8-66. |
| Debuteren is moeilijker dan u denkt (Koos van Zomeren, TERLOOPS TE WATER; J. Sikkens, GLAS): LC 27-8-66. |
| GRASD. (Maatstaf, Kentering, De Gids): LC 3-9-66. |
| Duo voor één instrument (Gerard Walschap, MUZIEK VOOR TWEE STEMMEN. OF WERELD EN GELOOF): LC 10-9-66. |
| Slapende honden bijten wel (Piet van Aken, SLAPENDE HONDEN): LC 17-9-66. |
| Dagen met C. Rijnsdorp. I. Kanarie over de mussen (C. Rijnsdorp, DE MODERNE ROMAN IN OPSPRAAK): LC 24-9-66. II. Een Calvinistisch kunstkenner (des., AAN DE DRIESPRONG VAN KUNST, WETENSCHAP EN RELIGIE): LC 1-10-66. |
| GRASD. (Tirade, De Nieuwe Stem): LC 8-10-66. |
| De romantyk fan it taboe: FF 14-10-66. |
| Gevaren der virtuositeit (Willem Brakman, WATER ALS WATER): LC 15-10-66. Ek Johan Diepstraten (red.),
HET VERLANGEN OM ER NIET TE ZIJN (1981), 82-86. |
| Tweeërlei satire (Johan Fabricius, DAG, LEIDSEPLEIN; Libbe van der Wal, TE GOED VOOR DEZE WERELD): LC 22-10-66. |
| Een Vlaams drieluikje (Jef Geeraerts, ZONDER CLAN; Herman Vos, HET ULTIEME SALVO; Laurent Veydt, HET LICHAMELIJK ONDERSCHEID): LC 29-10-66. |
| GRASD. (Raam, Contour, Kentering, De Gids): LC 5-11-66. |
| Evangelie van de treurigheid (Gerard Kornelis van het Reve, NADER TOT U): LC 12-11-66. |
| Orthodoxie in soorten (A. Gerits, MUISSTIL; Cornelien Beekman, HEMELRIJK ZONDER HEILIGEN): LC 19-11-66. |
| Nakaarten met Vestdijk. MUITERIJ TEGEN HET ETMAAL herdrukt: Vrij Nederland 19-11-66. |
| |
| |
| Hij en zij in kryptografiek (Michaël Tophoff, DE FALENDE STAD; LEEG TE AANVAARDEN): LC 26-11-66. |
| Gustav Mahler en ‘Des Knaben Wunderhorn’ (omwurking art. TS 1960):
Levende Talen nr. 237 (des. '66), 681-699. |
| Sa sahwat... (oer: Krystlik en bûten-krystlik): ST IX nr. 12 (des. '66), 24. |
| GRASD. (Podium, Komma, Maatstaf): LC 3-12-66. |
| Tweeërlei vaderbinding. I. Het hulpje van de toneelmeester (Leonhard Huizinga, HERINNERINGEN AAN MIJN VADER): LC 10-12-66. II. Avontuur met Moskou (Jef Last, MIJN VRIEND ANDRE GIDE): LC 17-12-66. |
| Parade der her-drukten (Bordewijk, Vestdijk, Jan Mens, Anna Blaman): LC 21- 12-66. |
| Zien wat gij niet ziet (Nico Scheepmaker, HOLLANDS KWARTIER; Jan Hanlo, IN EEN GEWOON RIJTUIGJE): LC 31-12-66. |
|
|
Auteursrechtelijk beschermd