| |
[1964]
KUGELS FOAR IN LABBEKAK. Roman: Laverman N.V., Drachten 1964 [162 + 3 bls.]. |
DE SMEERLAPPEN. Boerenroman. Oers. Sjoerd Spanninga. Zwarte Beertjes nr. 755: A.W. Bruna & Zoon,
Utrecht 1964 [96 bls.]. |
PROZA PROEVEN (ter identificatie) (blomlêzing Ned. proazafragminten, Mag. Alvinus Gymnasium,
stensille), 1964 [12 bls.]. |
*OMSJEN YN LILKENS (oers. John Osborne, Look back in Anger; opfierd 14-1-64 te Drachten, 9-3-64 te Wytmarsum. Stensille [60 bls.]. |
| |
| |
To-morrow morning (Morgaû matene) oers. Sipke Stuit): FRISAJ RAKONTOJ EN ESPERANTO, Drachten 1964, 104-111. |
(Aldjierspraatsje, oer belestingsaken): RONO 1-1-64. |
Dorpse benauwenissen (Willem van Toorn, DE TOESCHOUWERS): LC 4-1-64. |
Menselijk, al te Mens-elijk (Jan Mens, HET HELDERE UUR): LC 11-1-64. |
Greep in de middelmaat (Harrie Kapteijns, WONEN IN ONRUST; Fernand Auwera, DE WEDDENSCHAP; Frans Bijlsma, STRAKS NIET MEER; A.L. Schneiders, EEN KATER IN BLIK): LC 18-1-64. |
Twee knappe novellistes (Clara Eggink, EEN ROTTERDAMS KIND en andere ontmoetingen; Carole Vos, DE MAN ZONDER VLOEREN): LC 25-1-64. |
Puber in oorlogstijd (Klaas de Wit, BUITENOORLOGSE VERTELLINGEN): LC 1-2-64. |
Schrijven uit helderziendheid (Helma Wolf-Catz: ONDERSTROOM; KORAALRIF; DUIZENBRAND; ZEEWIER2):
LC 8-2-64. |
Een eloquente faun (Joris Vriamont, VERZAMELD PROZA): LC 15-2-64. |
Een Gelderse familiehistorie (Johan van der Woude, DE ERFDOCHTER): LC 22-2-64. |
‘Weer zo'n moderne jongen’ (Ewald Vanvugt, EEN BIZONDER VREEMDE DIEF; RODEO OF ZUSTER BERTRAM): LC 29-2-64. |
Problemen van een probleemroman (Piet Heil, DWARSLIGGERS): LC 7-3-64. |
Drie kortschrijvers (Godfried Bomans, OP DE KEPER BESCHOUWD; S. Carmiggelt, WIJ LEVEN NOG; Louis Paul Boon, DAG AAN DAG): LC 14-3-64. |
Jild (oer beleanning Omsjen yn lilkens): SM XX nr. 6 (20-3-64). |
Deur met vele sleutels (B. Roest Crollius, BEZWEREND GETUIGENIS): LC 21-3-64. |
Het voorportaal van de hel (Ward Ruyslinck, HET DAL VAN HINNOM): LC 28-3-64. |
Een kunstbroeder in nood (Theun de Vries, ZIET, EEN MENS!): LC 4-4-64. |
Obsederende troosteloosheid (Gerard Kornelis van het Reve/Hanny Michaelis: VIER WINTERVERTELLINGEN):
LC 11-4-64. |
Striptease ex machina (André de Splenter, CHERUBIJN): LC 18-4-64. |
Het epos gemist (Klaas van der Geest, GEZEGEND IS HET LEVEN): LC 25-4-64. |
Monologen van de angst (Aya Zikken, GEEN WOLF TE ZIEN): LC 2-5-64. |
Sukses en (of?) echek? (brief oan D. van der Ploeg): FF 8-5-64. |
Het dossier van koppensneller Hermans. Studies in kwade trouw (W.F. Hermans, MANDARIJNEN OP ZWAVELZUUR): LC 9-5-64. |
Hwat is in echek? (antwurd oan D. van der Ploeg): FF 15-4-64. |
| |
| |
Het leven van een ‘gewone’ vrouw (Jeanine de Rop,
DE TRADITIE): LC 16-5-64. |
Escapeert u mee naar Ibiza? (Jan Gerhard Toonder, HANNIBAL EN DE RATTEN; Esteban Lopez, TAMAR'S MAAN): LC 23-5-64. |
Boodschap uit het niets (S. Vestdijk, BERICHT UIT HET HIERNAMAALS): LC 30-5-64. Ek HH,
114-121. |
De kinderschoenen ontsprongen (Willem Brakman, DE OPSTANDELING; DE GEHOORZAME DODE): LC 6-6-64. Ek Johan |
Diepstraten (red.), HET VERLANGEN OM ER NIET TE ZIJN (1981), 60-66. |
Ot en Sien voor tieners (C.B. Vaandrager, DE AVONTUREN VAN CORNELIS BASTIAAN VAANDRAGER 1): LC 13-6-64. |
Zalmslaatje met fondant (S. Greup-Roldanus, HET GESTOELTE DER SPOTTERS): LC 20-6-64. |
De ernst van de schuchterheid (André Kuyten, LOSSE VERHALEN; EEN WEG NAAR BUITEN): LC 27-6-64. |
Bij wijze van nachtkaars (Pieter Reeuwijk, DE EEUWIGE BRUID): LC 4-7-64. |
De herkenbare naamloze (Ivo Michiels, HET BOEK ALFA): LC 11-7-64. |
Willekeurige keuze. I. Een technisch wonderkind (Frits Huël, DE BESTEMMING).
II. Appèl in het abstracte (Manuel van Loggem, EEN ZON OP HIROSJIMA). III. Politiek en erotiek (Conny Sluysmans, HABIS): LC 18-7-64. |
Vleselijk, al te vleselijk (Jan Wolkers, EEN ROOS VAN VLEES): LC 15-8-64. Ek OVER JAN WOLKERS I. 1961-1968, 75-77. |
Een industriële zielepoot (A. Koolhaas, EEN PAK SLAAG): LC 22-8-64. |
(Oer Sybren Polet, VERBODEN TIJD): AVRO. De wereld van het boek 16-8-64. |
Kinderwereld als spinrag (Jacqueline Doorn, GROTEMENSEN HUILEN NIET): LC 29-8-64. |
Snelboekbespreker (oer dr. Paardekooper, yn rubryk Tekenen van Tegenspraak) [Wn]: Maatstaf XII nr. 6
(sept. '64), 416. |
Een broederhaat-complex (Sybren Polet, VERBODEN TIJD): LC 5-9-64. |
Driemaal lezen is scheepsrecht (Heere Heeresma: DE VIS): LC 12-9-64. |
Odyssee van een hij-man (Leonhard Huizinga, VLUCHT VAN MOROTAI; DE MANTEL DER LIEFDE): LC 19-9-64. |
Het land der herinnering (Maria Dermoût, DONKER VAN UITERLIJK): LC 26-9-64. |
Schroomvallig welkom in achtergebleven gebied (Jaap Romijn naar Friesland): Brombeer, maandelijks nieuws-bulletin over Zwarte Beertjes en Grote Beren, nr. 41 (okt. '64), 12. |
Schrijvers schijnbewegingen (Remco Campert, LIEFDES SCHIJNBEWEGINGEN): LC 3-10-64. |
Gymnastiek of...: WGL LVIII nr. 9 (9-10-64), 157. |
Van Europese allure (Rogier van Aerde, IETS BETERS DAN DE DOOD): LC 10-10-64. |
| |
| |
Slowen bij [de] juke-box (Louis Paul Boon, HET NIEUWE ONKRUID): LC 17-10-64. |
Een dwalend mens (Elisabeth Zernike, KIEREN VAN DE NACHT): LC 24-10-64. |
Op weg naar het schrijverschap (Gerard Kornelis van het Reve: OP WEG NAAR HET EINDE): LC 31-10-64. |
Jeugd vroeg muziek. Een enquête onder scholieren: Mens en Melodie XIX nr. 11 (nov. '64),
341-343. |
Zelfportret van een handlanger (S. Vestdijk, HET GENADESCHOT): LC 7-11-64. Ek HH, 122-131. |
Navrante menselijkheid (Helga Ruebsamen, DE KAMELEON en andere verhalen): LC 14-11-64. |
Tweeërlei meesterschap (Johan Fabricius, HERINNERINGEN VAN EEN OUDE PRUIK; JONGENSSPEL): LC 21-11-64. |
Merkwaardige mensen (Willem Wittkampf, NADER BERICHT ONTBREEKT): LC 28-11-64. |
Klantenbinding (oers. Letter altyd. LL, 109-114): Maatstaf XII nr. 9, (des. 1964),
615-622. |
(Antwurd op de fraach: Hwat tinkt Jo fan ‘De Strikel’): ST VII nr. 12 (des. '64), 180. |
1964 prozaïsch: De Boekenkorf (útj. De Bijenkorf), nr. 30, des. 1964, 14-15. |
Bluf als levensbeginsel (Jan Cremer, IK JAN CREMER): LC 5-12-64. |
Vrijblijvendheid als alibi (Rutger van Zeijst, DE AUTOCRATEN): LC 12-12-64. |
Het probleem van de werkelijkheidsillusie (Willy Corsari, DOOR EEN NOODLOTTIG ONGEVAL...; DE SCHORPIOEN): LC 19-12-64. |
Dodelijke ernst (Jacques Hamelink, HET PLANTAARDIG BEWIND): LC 23-12-64. |
|
|