Zuidwal(1995)–Hans van de Waarsenburg– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] [Dat katholieke vis hem wekelijks bood.] Dat katholieke vis hem wekelijks bood. Gruwelijke god, wat waren zijn beentjes klein En de honger groot op de dagen dat de borden Goudgeel dampten, zout als een elixer werd Toegevoegd en de goddelijke knol krokant het Melkgebit raakte. Tanden genoegzaam kauwden In een zee van weldadig speeksel, de huisduif Vanaf zijn schouder loerde, hij zijn pet op het Kale hoofd verschoof en zag dat het goed was. Vorige Volgende