Laatste verzen(1923)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 14] [p. 14] In Memoriam Mevr. H.-Pr. 'k Heb bij Uw sterven niet geschreid, Het was de tijd, Voor u om heen te gaan, Maar 't weten, dat gij niet meer zijt Doet toch weemoedig aan. Ik heb uw stil gelaat bestaard, Van 't geen gij waart Den dooden, leegen vorm, Dien gij gelaten hebt op aard Ten prooi aan made en worm. Ik weende niet toen ik u zag, Hetgeen daar lag, Het scheen zoo ver en vreemd, En 'k wist nog niet dien eersten dag De leegheid dezer leemt. Maar 'k weet, dat ik u missen zal In 't klein getal Der vrienden, die ik vond, Het was zoo'n oude vriendschap al, Die tusschen ons bestond. [pagina 15] [p. 15] En nu ik in de droefenis Om uw gemis Den weemoed wedervind, Dat mij in u ontvallen is Eén, die mij kende als kind... Heb ik heel even zacht geschreid, Het was de tijd, Voor u om heen te gaan - Maar, ach! dat gij gestorven zijt Doet wèl weemoedig aan. Vorige Volgende