Gebroken kleuren(1939)–Jacqueline van der Waals– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 32] [p. 32] Silhouetten In het toevend licht, dat later Dan de zonne blijft Wijlen bij het stille water, Waar ons bootje drijft, Schuiven zwart en zonder zwaarte, Fijn gelijnd en strak, Fietsertjes voorbij de klaarte Van het hemelvlak Hunne fijne silhouetjes, Schaduwen gelijk, Zeer geleidelijk en netjes Langs den Amsteldijk. Met gestadig beenbewegen Gaan ze fijn en stil, Na elkaar, elkander tegen, Ieder naar zijn wil. Komen twee elkaar te ontmoeten, Glijden ze meteen, Zonder botsen, zonder groeten Door elkander heen. [pagina 33] [p. 33] Wordt het donker, wordt het later, Met gebogen rug, Gaan ze haastig langs het water Naar de stad terug. En ze voegen bij de sterren, Aan de lucht geplaatst, Nog een lichtje, dat van verre Over 't water kaatst. Vorige Volgende