ven bij de medische faculteit. Op de kroeg had hij afgemeten en droog de reden van de nieuwe zwenking uiteengezet. Het enige, zo verklaarde hij, wat de theologie hem geleerd had, was het volledig ongeloof aan een eeuwige waarheid. - En aangezien ik geen ander doel kan hebben, dan iets voor mijn medemensen te doen, besloot hij onder het huiverig zwijgen van de rest, - ontken ik hiermee God en zijn attributen, en kies ik de medicijnen. Voor de wonden en ziekten van het vlees bestaat althans genezing en verlichting, en men leert er messen hanteren, die niet-denkbeeldige kankergezwellen wegsnijden...
Hij was, voor hij zijn zomerreis begon, nog bij Rudmer verschenen, maar deze liet door juffrouw Seislingh zeggen, dat hij al naar huis was, en ontsnapte aan het pijnlijk gesprek met den verloochenden vriend. -
Rudmer ging in Juni naar de Zomerweg en bleef er een paar weken; maar het Paasreisje naar Norderney had zijn honger naar grotere verten gescherpt, en in Juli trok hij naar Antwerpen en Brussel, en vandaar over de Ardennen naar Parijs, waarvan hij platzak en door zuidelijker zon gebruind terugkeerde. Toen hij in het najaar weer in Groningen aankwam, verliet hij zijn hospes onder het voorwendsel, dat hij met iemand anders ging samenwonen. Het was het enige middel, om te zorgen, dat Vitringa hem niet ter verantwoording roepen zou door hernieuwde bezoeken; hij liet zijn veranderd adres niet achter...
Hij werkte harder dan voorheen, en maakte op een ieder de indruk van koppige en strijdbare ernst. Met reddend instinct hield hij zich krampachtiger vast aan de gangbare theologie dan voorheen; alles, waar het nu op aan leek te komen, was, de kracht van Vitringa's redenering tegen de geijkte waarden machteloos te doen lijken tot hij het zelf geloven zou... Vitringa had de ontstellende moed gehad, tot het einde toe te gaan en van godzoeker tot godloochenaar te worden. - Hij had de zwetende, lijdende, zichtbare mensheid gekozen boven het ideaal in een hemel, waarvoor, naar Rudmer wist in elk geval,