De nacht(1920)–Hendrik de Vries– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 3] [p. 3] Oorlogs-Tarantella. ‘Een stroobos, waarover de drogende wind is gegleden, Een golvend wijd veld op 't ontvlambaarst en droogst.’ ‘Een vloot, over 't snikken en knikken der steden Geslingerd. Een rookende puinhoop als oogst.’ ‘Hoevelen vertrokken op één machtig teeken?’ ‘Schoon zerken hen dekken die niemand kan breken, Zal morgen vernieling hen wekken tot spreken: Zij vragen: Wat wagens bewegen De streek van de nederlaag tegen?’ ‘Door Hartstocht geslepen, door Wanhoop de Hartstocht ontgrepen Herzochten de zwaarden hun scheeden.’ ‘De schepen Vervoerden om strijd naar beneden Wat aan werd gebeden, Wat menig blind volk in zijn klem heeft genepen.’ [pagina 4] [p. 4] ‘Het storten der vloot laat gezwavelde strepen, De schrede van legers laat asch in de schuren.’ ‘Vergelding, verdelging, en straf die zal duren! De kafhoop misgund aan vijandige buren, De vrede bespot, en met leuzen gespeeld; Een laffe bedoeling door meineed verheeld, Tot sluipmoord van overmacht “winnen” verbeeldt.’ ‘Krankzinnige vrijheid als krijgsbuit gedeeld. Vergelding, verdelging, een straf die zal duren, Een oogst als een kafhoop, die smeult in de schuren.’ Vorige Volgende